Hogere kata's
Oorspronkelijk van Shorin-ryu, daarom moet de kata krachtig , precies zijn en een balans hebben tussen snelheid en kracht.
Deze kata vindt zijn oorsprong in de kata “ Kushanku “, die een Chinese expert, Koshokun, naar Okinawa bracht en hem aan Tode Sakagawa aanleerde, een expert in de Shuri-te stijl. Hier ontstond Kankudai en Kankusho in shotokan. In Shito ryu werd hij “Kosokun “ genoemd.
Hij wordt ook “ Kwanku” genoemd, “kijk naar de hemel”. Het was de favoriete kata van Funakoshi.
“Dai “ betekent groter, “ sho “ kleiner.
Enpi of Empi was vroeger gekend als “Hanshu”. Itosu hervormde deze laatste. Hij wordt soms beschreven als : de vlucht van de zwaluw.
Er wordt verondersteld dat deze kata ontwikkeld werd in een Chinees Boeddhistisch klooster, waar men aan krijgskunsten deed. Funakoshi behield deze als basiskata, samen met Jitte. Beide kata’s behielden hun originele naam.
Of “Jutte”. Zijn oorspronkelijke vorm werd door de Tomari-te gewijzigd. Hij bevat een aantal klemtechnieken, eigenlijk zoals alle kata’s.
De originele naam is Seishan. De kata werd grondig gewijzigd, en wordt in Shotokan gebruikt als een soort ademhalingskata. Hij betekent “ Halve Maan”. De kata werd ontwikkeld in Naha-te.
Bekend als “ Kraanvogel op de rots “. Eén van de oudste kata’s. Er is bekend dat hij beoefend werd door Kosaku Matsumora en hij wordt beoefend in Shotokan en Shito-ryu.
Er bestaan in elke stijl versies van deze kata, maar hij wordt toegeschreven aan Itosu. Het zou een verdediging zijn tegen aanvallen met een bo ( lange stok ).
Deze kata is afgeleid van Kankudai door Itosu.
Deze kata werd door Ankichi Aragaki ontwikkeld en was vroeger gekend als « Hakko « .
Het was Yoshitaka Funakoshi die hem veranderde naar de Shotokanstijl. Hier wordt de stand sochindachi of fudodachi gebruikt.
Er heerste vroeger verwarring rond welke van de twee Gojushiho’s dai of sho moest genoemd worden. De Shotokanstijl noemde de kata met het gebruik van “ Shihon-nukite “ dai, deze met “ Ippon-nukite” sho.
Funakoshi noemde hem vroeger“Hotaku “ ( naar de bewegingen die lijke op het pikken van een specht ) , nadat Itosu hem verder ontwikkelde in het Shuri-te ( Useishi genaamd ) en nadat Kenwa Mabuni hem verder verfijnde.
Deze kata bevat één-vingertechnieken. ( zie Gojushiho dai )
Deze kata werd door Ankichi Aragaki ontwikkeld en was vroeger gekend als « Niseishi « . Kenwa Mabuni, de stichter van Shito-ryu, leerde deze aan Funakoshi. Hij betekent “ 24 stappen “. Vroeger kwamen er geen zijwaartse trappen in, maar werd een opgeheven been als afweer. Er worden veel open hand- en elleboogtechnieken gebruikt.
Een oude, van Chinese oorsprong, kata, die « handen als wolken « betekent, vermits de handen veranderen zoals wolken. Interessante combinaties van tecnieken, die meestal verkeerd worden uitgelegd.
Vertaald uit het Chinees betekent dit : vreemd of ook ongebruikelijke handen.
Hij heeft duidelijk nog de grootse Chinese invloeden van alle kata’s, qua bewegingen en technieken. Funakoshi noemde hem vroeger “ Shoin”.
Vroeger werd hij « Shokyo « genoemd en er wordt verondersteld dat hij zoals Jion en Jitte afkomstig is van een Chinees Boeddhistisch klooster.
Vroeger werd deze « Rohai « genoemd en hernoemd door Funakoshi : een schitterend blinkende spiegel, zo genoemd naar de bewegingen en de interpretatie er achter.
Dit is de kortste, maar niet de eenvoudigste kata in Shotokan.
Hij komt van de Tomari-te stijl, maar is van Chinese oorsprong. Eén van de meest gekende senseï’s ervan was Kosaku Matsumora.